Feederen is een leuke en vooral zeer effectieve manier om behoorlijk wat witvis te kunnen vangen. Met de feeder heb je de mogelijkheid om op grote afstanden te vissen en daar dan ook een mooie voerplek aan te leggen door middel van de voerkorf. Van vijvers tot kanalen en rivieren, vrijwel elk type water kan bevist worden met de feederhengel.
Bij het kiezen van een stek om te gaan vissen met de feeder zorg je ervoor dat je hengel in een hoek van ongeveer 60 graden staat tot het punt waar je naartoe gaat werpen. Op deze manier kun je de aanbeten optimaal registreren. Een klein tikje op de top is nog niet het moment om aan te slaan. Wacht tot er een serie van meerdere tikken komt of wanneer de top krom word getrokken en sla dan aan.
Welke feederhengel heb je nodig?
Om te beginnen wordt uitgelegd hoe je de juiste feederhengel kiest. De lengte van de feederhengel ligt meestal tussen de 3mtr en 3,9mtr. Deze lengte is nodig om lange afstanden te kunnen werpen. Daarnaast zijn feederhengels ingedeeld in 4 klassen, namelijk light, medium, heavy en ultra heavy. Het verschil tussen deze klassen is het gewicht dat met de hengel geworpen kan worden.
Light feederhengel
De light feederhengel is bedoeld voor de kleinere wateren waar geen stroming staat, denk aan stadsvijvers. Het werpgewicht staat vaak op de hengel vermeld maar over het algemeen kunnen met een light feederhengel korven tussen de 20 en 50 gram geworpen worden.
Medium feederhengel
De medium feederhengel is een wat meer universele hengel. Deze kan in veel verschillende situaties gebruikt worden. Het werpgewicht voor de medium feeder ligt meestal tussen de 40 en 80 gram. Je kunt hem gebruiken op de stadswateren maar ook op de grotere meren, kanalen en licht stromende rivieren.
Heavy feederhengel
Dan zijn er ook nog heavy feederhengels. Met deze zwaargewichten heb je eigenlijk niks te zoeken op de kleinere stadswateren. Ze zijn echt bedoeld om op de sterk stromende rivieren te gebruiken. Meestal gaat het maximale werpgewicht van een heavy feeder tot 120 gram.
De molen voor het feedervissen
Bij de zoektocht naar de juiste molen voor het feederen zijn er een aantal dingen waar je goed op moet letten. Omdat het belangrijk is dat elke worp op dezelfde plek terecht komt dient er een goede lijnclip op de molen zitten. Een hoge inhaalsnelheid is fijn wanneer er op grote afstand gevist wordt. Door de vele worpen en de lange afstand kan een lage inhaalsnelheid vervelend zijn. Daarnaast is het natuurlijk zo dat de balans tussen molen en hengel goed moet zijn, een heavy feederhengel heeft een grotere en sterkere molen nodig dan een light feederhengel.
Zoals eigenlijk bij elke visserij is het belangrijk om een molen te hebben waar een goede slip op zit. Hierdoor worden de klappen van de vis opgevangen en zal de lijn niet zomaar breken. De kans op een sterke zeelt of zelfs karper is namelijk altijd aanwezig.
Voerkorven
Er is ook keuze uit verschillende soorten voerkorven, namelijk open voerkorven, halfopen voerkorven en gesloten voerkoven. Het is natuurlijk de bedoeling dat al het voer op je voerplek en dus op de bodem komt. Het is daarom belangrijk om te weten welke voerkorf het best tot zijn recht komt in bepaalde situaties.
Open voerkorf
Een open voerkorf is zowel aan de bovenkant als aan de onderkant open. Meestal zijn de open voerkorven gemaakt van metaalgaas maar je komt ook steeds vaker kunststof voerkorven tegen. Je begrijpt dat uit de open voerkorf het voer snel vrij komt. Deze is dan ook minder geschikt in diepe stromende wateren omdat het voer al uit de korf is voor het op de bodem komt. De open voerkorf komt het best tot zijn recht in stilstaand of licht stromend water waar het niet al te diep is.
Halfopen voerkorf
De halfopen voerkorf is maar aan 1 zijde open. Je kunt hem het best gebruiken als het voer langzaam uit de korf moet komen of wanneer je veel levend aas als maden of wormen naar je voerplek wilt brengen. Deze korf is minder geschikt om een voerplek mee aan te leggen, omdat het wat langer duurt voor het voer uit de korf is, maar is uitermate geschikt om de voerplek mee te onderhouden.
Gesloten voerkorf
Gesloten voerkorven zijn aan de boven- en onderkant gesloten. Er zitten alleen gaatjes in de zijkant van de korf en word gebruikt wanneer voer langzaam uit de korf moet komen in stromend water. Deze korf is niet geschikt voor stilstaand water omdat het voer dan bijna niet uit de korf komt.
Onderlijnen feedervissen
De onderlijnen voor het feedervissen zijn vrij lang. In de meeste gevallen komen onderlijnen tussen de 60cm en 100cm het best tot hun recht. Wanneer de vis erg actief aast en je merkt dat de haak vaak geslikt word, kun je de onderlijn beter wat inkorten, maar als de vis voorzichtig is en je hebt veel last van missers kun je beter een wat langere onderlijn nemen.
Afhankelijk van wat je verwacht te vangen kun je bepalen welke dikte onderlijnen je gaat gebruiken. Verwacht je veel voorn en niet al te grote brasems dan is een onderlijn tussen 0,12mm en 0,14mm geschikt. Verwacht je grote brasem en zeelt kan je beter kiezen voor een onderlijn tussen 0,16mm of 0,18mm. Met een haakmaat 12 of 14 zit je meestal wel goed.
Feedervoer
Bij het uitkiezen van het voer voor het vissen met de feeder is het belangrijk dat je weet of je op diep, stromend water gaat vissen of op ondiep stilstaand water. Wanneer je op diep stromend water vist moet je natuurlijk een steviger grondvoer gebruiken zodat het in de korf blijft zitten tot het de bodem heeft bereikt. Het voer mag ook weer niet te stevig zijn, het moet wel op de juiste plek uit de korf komen. Als je de korf binnen draait en er zit nog voer in heb je dus niet het juiste voer, of het is niet op de juiste manier aangemaakt. Door het grondvoer meng je nog wat aas als maïs, maden, casters of wormen.
Voerplek opbouwen bij het vissen met de feeder
Bij het vissen met de feeder kan een goede compacte voerplek kan het verschil maken tussen veel of niks vangen. Zorg dat elke korf op dezelfde plek komt. Om telkens op dezelfde plek te werpen is het handig om een mikpunt aan de overkant voor je te nemen. Mik bijvoorbeeld elke keer op dezelfde boom of rietkraag. Zoals eerder vermeld kun je de afstand die je werpt makkelijk elke worp gelijk houden door middel van de lijnclip op de molen.
Na het inwerpen laat je de korf even liggen, ongeveer 30 seconden is voldoende. Daarna geef je een paar rukjes aan de hengel om de korf nog even goed leeg te schudden. Hoeveel korven je het best kan werpen aan het begin van een sessie verschilt per water. Meestal heb je met 10 korfjes voer ruim voldoende. Wanneer je ongeveer een kwartier geen beet hebt gehad is het verstandig om opnieuw in te werpen. Ook dan vul je de korf met vers voer. Ditzelfde doe je na een aanbeet.
Lees ook eens: Vissen op brasem
Bestel al je witvisspullen direct bij bol.com!